5 tips om je kind   gevarieerd  te leren eten

Eerst iets over de smaakontwikkeling

De smaakontwikkeling start al tijdens de zwangerschap. Vanaf de 12de week ontwikkelen baby's hun smaakpapillen. Als toekomstige mama doe je er dus goed aan om zeer gevarieerd te eten, zeker nu je kindje nog geen 'neen' kan zeggen ;-)

Verder heeft ieder van ons heeft een aangeboren natuurlijke voorkeur voor zoet en zout, en een natuurlijke afkeer voor bitter (toxisch in de natuur) en zuur (vervallen in de natuur). Ons overlevingsmechanisme beschermt ons tegen dat soort 'gevaarlijk' voedsel. Daarom gaat die zoete koek in het begin veel beter binnen dan dat ietwat bitter groentje.

Kinderen hebben ook hun smaakpapillen in verhouding op een kleiner tongoppervlakte dan volwassenen. Dat maakt dat ze zoet als zeer zoet en bitter als zeer bitter smaken. Ze proeven dus alles intenser dan wij. Ze leren de verschillende soorten smaken pas beter kennen en appreciëren door ze herhaaldelijk te proeven. Zo raken ze steeds meer vertrouwd met elk type smaak. 

Tip 1 - Betrek je kind bij het koken

Ze zeggen wel eens dat ‘kinderen met hun ogen eten’. Dat klopt! Kinderen hebben nog geen referentiekader opgebouwd, waaraan ze ongekende voedingsmiddelen kunnen aftoetsen of vergelijken. Ze gaan dus vooral af op hoe iets eruitziet en ruikt.

Door samen met hen een maaltijd te bereiden, verbreed je op een leuke en spontane manier hun kennis van en ervaring met voeding.

Wat zijn de voordelen van samen koken met je kinderen? 

• Tijdens het koken kan je op een leuke manier meer over het eten vertellen.
• Ze leren voedingsmiddelen kennen in hun meest pure vorm en ontdekken dus hoe de gerechten tot stand komen. 
• Ze kunnen kijken, aanraken, voelen en ruiken zonder de druk te voelen om te ‘moeten’ proeven of eten. Zo doorlopen ze zonder dat ze het beseffen stappen van het proefproces.
• Je maakt hen trots op zichzelf, waardoor ze sneller geneigd zijn om te proeven. En wat je zelf klaarmaakt, dat vertrouw je meer.
• Kinderen helpen heel graag. Hun bijdrage doet ertoe! Dus, zelfs indien ze weigeren te eten, hebben we toch een aandeel geleverd in het eetgebeuren en dat geeft een fijn gevoel!
  

Tip 3 - Breng kleur op je bord

Door meer kleur in je maaltijd te stoppen, stimuleer je je kind om ervan te eten. Want kleur maakt blij! Kleur doet eten. Meer kleur wil zeggen bijvoorbeeld meerdere soorten groentjes op het menu. Of niet alleen een rode appel als tussendoortje, maar ook groene schijfjes komkommer en wat beige hummus en witte kleine rijstwafeltjes. Op die manier geef je je kind ook de keuze om iets niet te proeven en iets anders wel. Zo bevorder je het gevoel van autonomie: dat neem ik wel en dat neem ik (nog) niet. 

Tip 5 - Blijf aanbieden

Kinderen kunnen niet leren fietsen zonder fiets of leren zwemmen op het droge. Maar fietsen en zwemmen lukt niet van de eerste keer. Zo is dat net hetzelfde met leren proeven. Als je een bepaalde groente niet meer aanbiedt, omdat het tot hiertoe altijd stuitte op een “nee”, ontneem je je kind de kans op ervan te proeven op een later moment, wanneer hij of zij er wel klaar voor is.

Hun angst voor bepaalde voeding is “echt”, net zoals sommige volwassenen bang zijn voor een muis. Ook niet echt iets om schrik van te hebben, toch? Eerst moest de angst dus klein genoeg worden, vooraleer er tot proeven en eten kan worden overgegaan. Het blijven aanbieden van eten, maakt het voedsel elke keer iets meer vertrouwd en zorgt er op termijn voor dat je kinderen het wel aandurft! 

Vicky De Beule werkt als zelfstandige diëtiste en is gespecialiseerd in moeilijk eetgedrag bij jonge kinderen. Je kan haar volgen op insta @positiefvoeden. Ze licht in haar boek 'Ik lust dat niet' (Pelckmans Uitgeverij) toe welke voedingsstrategieën werken om je kind op een ongedwongen, positieve manier te leren proeven en ontwikkelde ook het leuke spel de Proeftoren om kinderen spelenderwijs te leren proeven.