1. Zout = extra zoet
Zout is een smaakversterker. Door een klein snuifje toe te voegen aan een cakebeslag accentueer je de smaak en verbeter je de smaakbalans. Daarom lees je dat dus zo vaak in zoete recepten.
2. Zout, de slokop
Zout is ideaal om vocht te onttrekken uit bepaalde producten, aubergine bijvoorbeeld. Deze groente bevat veel vocht en door er een beetje grof zeezout over te strooien, onttrek je dat. Vergeet wel niet om de aubergine daarna af te spoelen, anders zou het wel eens héél zout kunnen worden. Maak je parmigiana di melanzane en frituur je de plakken aubergine in olie, dan is het aangewezen om ze vooraf met een laagje zout te behandelen.
3. Zout als bouwsteen
Overal in ons lichaam kan je zout terugvinden. Meer nog: zonder zout zouden we niet lang overleven. De cellen in ons lichaam hebben zout nodig om goed te functioneren en onze vochtbalans en bloeddruk te regelen. Rustig, dat wil niet zeggen dat je nu lustig met dat zoutvat moet schudden. Te veel zout is ook niet goed, het kan op lange termijn zorgen voor een verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten.
4. Zout, de vlekverwijderaar
Een handige tip voor de klunzen onder ons. Heb je een vlek gemaakt met rode wijn? Strooi er dan snel wat zout over en laat drogen. Wrijf het zout er terug af en steek de vuile stof in de wasmachine. Het zout absorbeert het vocht en trekt de kleur van rode wijn uit je kleren. Zout absorbeert trouwens niet alleen, het is ook een natuurlijk schuurmiddel. Daarom is het ook een perfect middeltje om lippenstift-afdrukken van glazen te verwijderen. Wrijf simpelweg een beetje zout over de rand van je glas voor je aan de afwas begint. Je zal zien: fluitje van een cent!
5. Zout als salaris
Vandaag kan je zout spotgoedkoop in de winkel vinden maar vroeger was dat anders. In de middeleeuwen werd het zelfs als betaalmiddel gebruikt, zo kostbaar was het. Vooral soldaten werden er mee betaald, ze noemden het een salarium (= zoutrantsoen). En hieruit is dan het weer het woord salaris ontstaan.